Blues Historie: Classic blues songs deel 46: Confessin' The Blues
In dit artikel:
De pianist en zanger Jay McShann, een sleutelfiguur in de Kansas City‑scene waar de swingjazz diep in de blues geworteld was, nam het nummer Confessin’ the Blues met zanger Walter Brown op in Dallas op 30 april 1941. Het nummer werd een bluesstandard en vond zijn weg via de bluestraditie naar veel verschillende uitvoeringen.
De Rolling Stones baseerden hun versie minder op McShann of Chuck Berry dan op Little Walter’s elektrische mondharmonica‑interpretatie uit 1958 (Checker/Chess). Ze vertraagden het tempo aanzienlijk en gaven het nummer dankzij geluidstechnicus Ron Malo een vol, sfeervol geluid. Die opname verscheen in hun vroege carrière op de Britse EP 5 X 5 en op het Amerikaanse album 12 X 5, als een knap uitgevoerd, wat minder commercieel maar zichtbaar geliefd bluesnummer met prominente mondharmonica en zelfverzekerde zang van Mick Jagger.
Confessin’ the Blues werd verder veel door andere artiesten opgenomen binnen de blueswereld, onder wie Jimmy Witherspoon, Lowell Fulson, Wynonie Harris, B.B. King, Esther Phillips, T‑Bone Walker en Eddie “Cleanhead” Vinson. Het nummer illustreert hoe een compositie uit de Kansas City‑jazz/bluestraditie via Chicago’s Chess‑wereld en elektrische mondharmonica opnieuw tot leven kwam en uiteindelijk ook Britse rockers beïnvloedde. Little Walter’s rol als mondharmonicaleider en Chess/Checker als belangrijke platenlabels zijn daarbij cruciaal geweest voor de verspreiding en transformatie van het lied.